e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maalstoel van de handmolen maalstoel: mālštōl (Swalmen) Het houten onderstel van de handmolen. [N D, 24] II-3
maanblind paard (het heeft een) maanoog: mǭnǫu̯x (Swalmen), maanblind: mǭnblentj (Swalmen), maankijker: mǭnkīkǝr (Swalmen), maanoger: mǭnø̜i̯gǝr (Swalmen) Gezegd van een paard met een periodieke oogontsteking, gewoonlijk om de maand of na twee maanden. Het paard is dan lichtschuw en het hele oog vertoont ontstekingsverschijnselen: een sterke traanafscheiding en een roodachtige kleur van de bindhuid. De kwaal is gewoonlijk na twee à drie weken geweken, maar kan zich ook periodiek herhalen en tot blindheid leiden. De naam maanblindheid houdt verband met de vroegere mening, dat deze kwaal maandelijks, bij het op- en afgaan van de maan, terugkeerde. [A 48A, 38a; N 8, 62p en 90v] I-9
maandag voor aswoensdag vastelavondsmaandag: vastelaovesmaondjig (Swalmen), Vastelaovesmaondjig (Swalmen), vastenavondsmaandag: fastenaovindjsmaondig (Swalmen) De naam voor de maandag vóór aswoensdag. [N 88 (1982)] || naam voor de maandag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)] III-3-2
maansverduistering maneclips: moanəklips (Swalmen) Eclips van de maan [SGV (1914)] III-4-4
maantje op de nagel maantje: mäönke (Swalmen), mèùnke (Swalmen) maantje: Lichter gekleurd gedeelte onderaan de vingernagels (maantje). [N 84 (1981)] III-1-1
maanx maan: moan (Swalmen) maan [SGV (1914)] III-4-4
maat houden bij het dorsen slaghouden: šla.̄xhǭi.̯ǝ (Swalmen) Wanneer men met meer dan één man dorst, moet men goed de maat houden; zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf. In dit lemma staan de benamingen voor dit houden van de juiste maat bijeen. De uitdrukking boekweit dorsen, of beter: boekweitkoek dorsen of - slaan (en heteroniemen, zie het lemma ''boekweit'', 1.2.10) betekent doorgaans: "ritmisch, op maat dorsen"; de term is een onomatopee. Soms ook betekent de uitdrukking dat alle dorsers tegelijk slaan ten teken dat het dorsen klaar is. In L 326 merkt de zegsman opdat deze uitdrukking "verkeerd dorsen" betekent. Trompen is wel de benaming voor het ritmisch luiden van de kerkklok; vergelijk ook het type luiden zelf. Voor de fonetische documentatie van het woord [dorsen], zie het lemma ''dorsen'' (6.1.1).' [N 14, 12 en 14b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
maat, algemeen maat: maot (Swalmen, ... ) de eenheid waarmee lengten, inhouden etc. worden gemeten, in het algemeen [maat, pegel] [N 91 (1982)] III-4-4
maatje, maat van 0,1 liter maatje: maotje (Swalmen) de maat die een inhoud aangeeft van 0,1 liter [maatje] [N 91 (1982)] III-4-4
maatmand halfvatsmand: half˲vātsmanj (Swalmen), vatsmand: vātšmanj (Swalmen) Mand met bepaalde inhoudsmaat. Zie ook het lemma ɛvatɛ in wld II.3, pag. 159-160.' [N 20, 50; N 40, 94; N 40, 95; monogr.] II-12