e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus neus: naas (Swalmen, ... ) neus [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
neus (spotnamen) gevel: gevel (Swalmen), kuit: dīēke kuit (Swalmen), kūīt (Swalmen), láng kuit (Swalmen), Plat.  kuit (Swalmen) neus [DC 01 (1931)] || neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] || neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neus van een schoen snuit: sjnōēt (Swalmen) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neusgaten: naasgater (Swalmen) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem scheer: šēr (Swalmen) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusriem naasriem: nāsrēm (Swalmen) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring ring: rēŋk (Swalmen), wroetelring: vrø̄tǝlreŋk (Swalmen) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
nier nier: neer (Swalmen) nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking aan de nieren hebben: (de koe heeft het) ānǝ nērǝ (Swalmen) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
nieren niertjes: nērkǝs (Swalmen) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11