e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nors zuur: zōer (Swalmen) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
notariskosten onraad: onraod (Swalmen) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
noten afslaan slaan: sjlāōn (Swalmen), WLD  sjlaon (Swalmen) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notendop helle schaal: WLD  hèl-sjáál (Swalmen), schaal: sjaal (Swalmen) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notele (Swalmen), notuule (Swalmen) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen noveen (<lat.): noveen (Swalmen) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nylonkous nylon: nylons (Swalmen) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: morge (Swalmen), sjmorges (Swalmen), ochtend: morgen (Swalmen), morgə (Swalmen) s morgens) [DC 65 (1990)], [N 91 (1982)], [SGV (1914)] III-4-4
oever kant: kanjt (Swalmen), oever: oover (Swalmen), oovər (Swalmen) oever [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
oeverzwaluw aardzwalg: aertzjwalg (Swalmen), èrdzjwalg (Swalmen), èèrdzjwalg (Swalmen) oeverzwaluw || overzwaluw (12 lichtbruin boven, van onder wit; broedt met vele tegelijk in gaten in een steile zandkant; niet zo algemeen [N 09 (1961)] III-4-1