e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opleren africhten: aafrichte (Swalmen) Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: jonge duiven (een paar kilometer van het hok) wegbrengen, om ze te leren [N 93 (1983)] III-3-2
opletten opletten: òplééte (Swalmen) aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)] III-1-4
oplettend waaks: wááks (Swalmen) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
opmaken opmaken: gaelt opma.kə (Swalmen) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opmaken van staart en manen invlechten: envlɛxtǝ (Swalmen), opmaken: ǫpmākǝ (Swalmen), vlechten: vlɛxtǝ (Swalmen) In dit lemma zijn de antwoorden op twee vragen samengebracht: "het opmaken van staart en manen" (N 8, 103a), en "een paardestaart vlechten" (N 8, 103b). De antwoorden op vraag 103a hebben immers vrijwel alleen met het opmaken en vlechten van de staart te maken. [N 8, 103a en 103b] I-9
opper berm: bɛrm (Swalmen), huist: hū.s (Swalmen), hū.st (Swalmen) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oprecht eerlijk: eerlek (Swalmen), rechtuit: rech oet (Swalmen) alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)] III-1-4
oprispen rupsen: rupse (Swalmen), rupsə (Swalmen) oprispen [SGV (1914)] || oprispen, een boertje laten [beuke, bulke, opgeure, opbotte] [N 10a (1961)] III-1-2
oprit oprit: oprit (Swalmen), óprit (Swalmen) een hellend oplopende weg om op een dijk, een brug enz. te kunnen komen (april, opweg, opril, oprit, stoep, aprel) [N 90 (1982)] III-3-1
opruimen opruimen: opruume (Swalmen) Opruimen (opruimen, oprommelen, klarantie maken, ontdoen) [N 79 (1979)] III-2-1