e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plantenstek stek: sjtek (Swalmen), WLD  sjtèk (Swalmen) Afgesneden takje dat men in de grond zet om er een nieuwe plant uit te laten groeien (stek, poot). [N 82 (1981)] III-4-3
plas of meertje midden in de hei poel: pōl (Swalmen) N 27, 23a vroeg naar ''plas of meertje midden in de hei''; I, 19 vroeg naar ''plassen, gevormd na afgraving van de turf''; 11, 10 vroeg naar ''watergat, veenkuil'' en II, 11 naar een ''plas, vooral een halfdichtgegroeide veenplas''. Al deze vragen zijn in dit lemma versmolten. [N 27, 23a; I, 19; II, 10; II, 11] II-4
plassen (met water) knoeien: knoje (Swalmen) knoeien met water, in t water plassen [klosse] [N 10 (1961)] III-1-2
plat praten plat kallen: plat kalle (Swalmen) plat praten [N 102 (1998)] III-3-1
plataan plataan: pletaan (Swalmen), WLD  platáán (Swalmen) De plataan; van deze boom schilfert de schors in plaen af waardoor de nieuwe geelgroene bast zichtbaar wordt; de boom heeft langgesteelde vruchten (plataan, plantaan, plom, plon, plen). [N 82 (1981)] III-4-3
plateauwagen vierwielige wagen: vērwilegǝ wāgǝ (Swalmen), wagen: wāgǝ (Swalmen) Een vierwielige wagen, vaak al met wielen met luchtbanden, die voor het vervoer van melkbussen, biervaten, land- en tuinbouwproducten enz. gebruikt werd. De bak van deze wagen hangt laag boven de grond en heeft een groot bodemoppervlak. Vaak zijn er geen voor-, achter- en zijkanten. De wagen kan door paarden of ook door een tractor getrokken worden. [N 17, 43a; N G, 51 + 69; monogr.] I-13
platen platen: plātǝ (Swalmen) De zijvlakken van het kruis. [N 3A, 111b] I-11
platliggen van graan is gelegerd: es gǝlē̜gǝrt (Swalmen), ligt: leq (Swalmen) Wanneer de halmen door wind en regen platgeslagen zijn en tegen de grond liggen, is dat lastig werken voor de zichter. Hier staan steeds de persoonsvormen van het werkwoord genoemd, waarbij als onderwerp moet gedacht worden: "het koren"; achter in het lemma staan enkele zelfstandige naamwoorden: "platgelegerd graan". Heel in de uitdrukking ''(het koren) ligt heel'' staat voor ''helemaal''. [N 15, 13; monogr.] I-4
platte vijl platvijl: plat˲vī.l (Swalmen) Vijl met een blad dat aan beide zijden plat is en dat van arend tot punt smaller uitloopt. Er bestaan ook uitvoeringen van de platte vijl waarbij het blad over de hele lengte bijna dezelfde breedte houdt. Zie ook het lemma "blokvijl". Het blad van de platte vijl kan enkel of dubbel gekapt zijn. De platte vijl wordt vooral gebruikt voor het vijlen van vlak materiaal. Zie ook afb. 99. [N 33, 103; N 64, 53b] II-11
plattebuiskachel plattebuis: platte būus (Swalmen) Lange kookkachel met langwerpige platte buis en zichtbare pot (boerenkachel, leuvense kachel, platte buis (kachel) [N 79 (1979)] III-2-1