e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rakelen rakelen: rǭxǝlǝ (Swalmen) De kolen in de oven los maken of uit de oven verwijderen met behulp van het rakelijzer. [N 98, 123; monogr.] II-8
rakelijzer rakelijzer: rǭkǝlīzǝr (Swalmen) IJzeren staaf met een recht of gebogen uiteinde, waarmee de smid de omvang van het vuur regelt en sintels uit het vuur verwijdert. Zie ook afb. 11 en het lemma "rakelijzer" in Wld II.8, pag. 21. Het betreft daar een vergelijkbaar voorwerp dat door de pottenbakker wordt gebruikt. Zie voor het woordtype stochelijzer (Q 121, 121b) ook RhWb (VIII), kol. 720, s.v. ɛstochelnɛ, ɛstöchelnɛ, "das Feuer, den Ofen (...) schüren mit dem Schürhaken".' [N 33, 31; N 33, 32] II-11
raket rattekruid: WLD  ráttekroet (Swalmen) Gewone raket (sisymbrium officinale 30 tot 70 cm groot. De stengels zijn behaard, de zijtakken groeien afstaand; de bladeren zijn diep ingesneden en gedeeltelijk spiesvormig met 2 slippen aan de voet, de bladeren zijn kort behaard; de bloemen zijn klein [N 92 (1982)] III-4-3
ramen lappen zemen: zeme (Swalmen) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammeleer (Swalmen), rammeltje: remmelke (Swalmen), rɛməlkə (Swalmen) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || Rammelaar (kinderspeelgoed). III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Swalmen, ... ) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rammelkar kar die slaat: kęr di šlęi̯t (Swalmen), kloterkar: klōtǝrkęr (Swalmen) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rampvlucht rampvlucht: rampvlug (Swalmen) een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)] III-3-2
rand van een hoed rand: rank (Swalmen) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank rank: rank (Swalmen), reng (mv.): reng (Swalmen, ... ), WLD  rèng (Swalmen) rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3