e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ratelboor, krekelboor krekel: krēkǝl (Swalmen), ratelboor: rātǝlbǭ.r (Swalmen) Boorapparaat, bestaande uit een rechte spil en een dwars daarop staande hefboom. De spil is voorzien van een soort palrad. Aan de onderzijde ervan bevindt zich een boorhouder waarin een boorijzer kan worden geplaatst. Door de hefboom met de hand heen en weer te bewegen kan het boorijzer in een bepaalde richting worden gedraaid. De meeste ratelboren kunnen zowel links als rechts draaien. Het hele apparaat kan eventueel in een boorstelling worden geplaatst. Zie ook afb. 129. [N 33, 140; N 33, 142-143; N 33, 159; monogr.] II-11
ratelpopulier canadas: canadase (Swalmen), vuilwijde: WLD  vŏĕlwieë (Swalmen) De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)] III-4-3
rauw groen: greun (Swalmen), rauw: rōēwə (Swalmen) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten busselen: Get mit de kinjer -.  bössele (Swalmen), juisteren: ? Verband met WNT joesteeren (Mnl. joesteren, josteren, justeren; van joeste), in een steekspel of tornooi, of in den strijd op het slagveld. Te paard met de gevelde speer op iemand inrennen, op die wijze met of tegen hem vechten.  juistere (Swalmen), kemmelen: kemmele (Swalmen), kuiten: kuite (Swalmen, ... ), rulsen: rölse (Swalmen), wuilessen: wuilese (Swalmen) 2. Stoeien. || [1]. Ravotten. || Ravotten, over de grond rollen, stoeien. || Spelen, ravotten, kattenkwaad uithalen, lol trappen (vooral in de klas). || Stoeien, ravotten. || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
razen en tieren razen: râoze (Swalmen) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede gloeiend giftig: gloeiend giftig (Swalmen), razend: râozent (Swalmen) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
recht uit de richting van de losplaats aankomen recht uit de richting: reg oet de richting (Swalmen) Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen stuiken: sjtōēke (Swalmen) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtbank rechtbank: rechtbank (Swalmen) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1
rechte, vormeloze benen motknoken: mōētknö:k (Swalmen), stovenpijpen: sjtovepīēpe (Swalmen) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1