e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijleggen bijlappen: bīlapə (Swalmen), bijleggen: bieliGGe (Swalmen), lappen: lappe (Swalmen) een ruzie, een onenigheid bijleggen of oplossen [schavelen] [N 85 (1981)] || Extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen]. [N 88 (1982)] III-3-1, III-3-2
bijweg veldweg: veljtwééch (Swalmen) een weg die niet de hoofdverbinding vormt (bijweg, remel) [N 90 (1982)] III-3-1
bijzondere harken spangenreek: špaŋǝrē̜k (Swalmen), strooiselreek: štrø̜i̯sǝlrē̜k (Swalmen) De volgende opgaven hebben betrekking op harken met een specifiek doel dat in het eerste lid van de benaming is aangegeven. Vgl. ook de lemmaɛs Mesthaak, Hooihark en Naoogstrijf. [N 18, 95; monogr.] I-5
bijzondere rieken, a. voerriek ketelriek: kē̜tǝlrēk (Swalmen) Een riek met brede platte tanden, om voer uit de koeketel te scheppen. Zie ook de toelichting bij het lemma Aardappelriek, Algemeen. [N 18, 26a] I-5
bikkel(s) bikkel: bigkel (Swalmen) Bikkel, steen (waarmee gebikkeld wordt). III-3-2
bikkelen bikkelen: bigkele (Swalmen) Bikkelen. III-3-2
bil bats: bats (Swalmen), batse (Swalmen, ... ), batsj (Swalmen, ... ), bil: bel (Swalmen) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] || deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9, III-1-1
biljart biljart: biljaar (Swalmen) Biljart. III-3-2
biljarten biljarten: biljare (Swalmen) Biljarten. III-3-2
biljartstok biljartstek: biljaarsjtek (Swalmen), keu: keu (Swalmen) Keu. || Queue, keu, biljartstok. III-3-2