e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuif schiet: šēt (Swalmen), schuif: šȳf (Swalmen) Metalen schuif in de achterbinnenkant van elke kamer van een vlamoven waarmee de aftrekopening tussen de kamer en het gemeenschappelijke rookkanaal gesloten kan worden. [monogr.] II-8
schuifgrendel schoude: sjaag (Swalmen), (vr.).  sjaag (Swalmen), schuif: schuuf (Swalmen) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1
schuifje van de biechtstoel schuif: sjuuf (Swalmen) Het afsluitbare traliewerk, de schuif in de biechtstoel. [N 96A (1989)] III-3-3
schuilgaan van de maan gaat schuil: de moan geit sjoeͅl (Swalmen), kruipt weg: de maon kruup weg (Swalmen) baaien van de maan, in de betekenis van de maan gaat schuil in een wolk; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
schuimbeestje schuimbeestje: sjōēmbeesje (Swalmen) stengelschuim: Kent u in uw dialect een woord voor het schuim op plantenstengels, waar een klein groen beestje in zit? Het schuim lijkt op een kloddertje spuug, hetgroene insectje houdt er zich in schuil. [N100 (1997)] III-4-2
schuimen schuimen: sjuume (Swalmen) schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4
schuimspaan schuimlepel: schuumlêpəl (Swalmen), schuimslepel: sjuumslaepel (Swalmen, ... ) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schuimspaan [SGV (1914)] || schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)] III-2-1
schuld schuld: sjōūt (Swalmen) Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)] III-3-1
schuld zonder papieren duistere schuld: dūūster sjōūt (Swalmen) schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)] III-3-1
schuldig (zijn) schuldig (zijn): schuljig (Swalmen), sjeulljig (Swalmen), sjöljig (Swalmen) schuld hebbend aan een overtreding of misdrijf [schuldig, plichtig] [N 90 (1982)] || schuldig [SGV (1914)] III-3-1