| 19444 |
binnenplaats |
binnenplaats:
binneplaats (L331p Swalmen),
plaatsje:
plaetske (L331p Swalmen)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
kalotje (L331p Swalmen)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 21820 |
binnensmonds praten |
prevelen:
prevele (L331p Swalmen)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 18225 |
binnenstebuiten |
krangs:
krangs (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetes (L331p Swalmen)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 22689 |
bioscoop |
bios:
biejes (L331p Swalmen),
bioscoop:
biejeskoop (L331p Swalmen),
bioscoop (L331p Swalmen),
film:
Nao de - gaon.
film (L331p Swalmen)
|
Bioscoop. || Film. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 33936 |
bit |
gebit:
gebēt (L331p Swalmen)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
| 33938 |
bitringen |
lijnringen:
līnreŋ (L331p Swalmen),
ringen:
(enk)
reŋk (L331p Swalmen)
|
De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44]
I-10
|
| 19352 |
bits |
bars:
bars (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
| 33937 |
bitstang |
gebit:
gǝbēt (L331p Swalmen),
stang:
štaŋ (L331p Swalmen)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|