e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanmelken aantrekken: āntrɛkǝ (Swalmen) Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61] I-11
aanrekenen aanschrijven: aansjrieve (Swalmen) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1
aanrijgen rijgen: riege (Swalmen), rîege (Swalmen) tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)] III-4-4
aanspanningspunt, kam van de eg ring: re.ŋk (Swalmen) Het vooreinde, de kam of een ander onderdeel van de eg, waaraan de egketting of de trekhaak daarvan bevestigd wordt. Zie de afb. 57 en 58. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 156a + b; monogr.] I-2
aanstaan bevallen: bevalle (Swalmen), bevàlle (Swalmen) behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] III-1-4
aanstieren aanstieren: ānštīrǝ (Swalmen) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11
aantikken bij het krijgertje spelen aantikken: aantikke (Swalmen) Aantikken (bij het spel). III-3-2
aanwassen op de tanden haken: hø̜̄k (Swalmen) Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91] I-9
aanwezigheid hier zijn: hîeje (zijn) (Swalmen) de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)] III-4-4
aanwijzen wijzen: wīēze (Swalmen), wîeze (Swalmen) arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)] III-1-4