e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blinken, glimmen, glanzen blinken: blinke (Swalmen, ... ) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blood (Swalmen, ... ) bloed [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
bloed roeren bloed roeren: blōt rø̄rǝ (Swalmen) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedaders bloedaderen: blōtǭrǝ (Swalmen) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloeden bloeden: bleu (Swalmen) bloeden [SGV (1914)] III-1-2
bloedgang knoei: knōi̯ (Swalmen) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedluis bloedluis: bloodlōēs (Swalmen), bloodlôês (Swalmen), schimmelluis: sjummellôês (Swalmen) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] || Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: rode vogelmijt of bloedluis: 1 mm - zuigt s nachts bloed - bij warm weer een echte plaag. [N 93 (1983)] III-3-2, III-4-2
bloedworst bloedworst: bloodwòrs (Swalmen, ... ), bloodwórs (Swalmen), bloed  bloodwors (Swalmen) bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiker: bloodzuuker (Swalmen), bloodzûûker (Swalmen) bloedzuiger [SGV (1914)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloeien bloeien: blø̄i̯ǝ (Swalmen) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4