e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte vlekken drukplekken: drø̜kplɛkǝ (Swalmen), vreemd haar: vrēmt hǭr (Swalmen) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9
witte vloed knoeien: (de koe) knōi̯t (Swalmen), witte vloed: witte vloed (Swalmen) Baarmoederontsteking. Een voortdurende uitvloeiing van etter uit de schaam. Zie ook het lemma ''baarmoederontsteking'', ''witte vloed'' in wbd I.3, blz. 463. [N 52, 28; A 48A, 42; N 3A, 99] I-11
witte waterlelie waterlelie: -  waterlelie (Swalmen) witte waterlelie [N 37 (1971)] III-4-3
witte, buitenlandse bloem vreemde bloem: vrē̜mdǝ blōm (Swalmen) De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16] II-1
wittebrood mik: mik (Swalmen, ... ) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woede gift: gif (Swalmen), giftig: giftig (Swalmen) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4
woelen ruspelen: roespele (Swalmen), schurgen: sjèùrge (Swalmen), woelen: wuule (Swalmen) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woensdagx goensdag: goonsdig (Swalmen, ... ), gôonsdich (Swalmen) dag; woensdag [N 07 (1961)] || de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)] || Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
woest, onachtzaam lopen door alles heen lopen: door alles hèr loupe (Swalmen) lopen: woest, onachtzaam lopen [ragge, bollieje] [N 10 (1961)] III-1-2
woest, wild rijden razen: raoze (Swalmen), rossen: Van Dale: II. rossen, hard, woest rijden.  rosse (Swalmen) woest, wild rijden [rossen, rotsen] [N 90 (1982)] III-3-1