id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
22331 | ruspelen | vals spelen: WNT: ruspelen, 3. Fig., in Z.-Nederl., in de uitdr. van iets ruspelen, met bedekte woorden van iets spreken, ook: bedektelijk smalen. roespele (Gennep), woelen: roespele (Swalmen) III-1-2, III-3-2 |