25220 |
bulderen van de storm |
bulderen:
boldərə (L331p Swalmen),
buldere (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen),
böljere (L331p Swalmen)
|
een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)] || storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21349 |
bullebak |
bullebak:
bullebak (L331p Swalmen),
grieker:
grêêker (L331p Swalmen)
|
iemand die probeert door nors, ruw optreden anderen bang te maken [woew, bietebouw, bullebak] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21118 |
bundel groenten |
bussel:
bössel (L331p Swalmen),
busseltje:
WLD
bösselke (L331p Swalmen)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33102 |
bundel zangen |
bos:
pus (L331p Swalmen),
bussel:
bø̜sǝl (L331p Swalmen)
|
Samengebonden bundeltjes geraapte halmen. [N 15, 37; JG 2c; monogr.]
I-4
|
25251 |
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) |
bunder:
bunjer (L331p Swalmen),
buundər (L331p Swalmen),
hectare:
héktaar (L331p Swalmen)
|
bunder [SGV (1914)] || de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24459 |
bunzing |
bunzing:
bunzing (L331p Swalmen),
vuurs:
vuurs (L331p Swalmen),
?
vuurs (L331p Swalmen)
|
bunzing [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || ulk (bunzing) [SGV (1914)]
III-4-2
|
21703 |
buren (ww.?) |
nabuur:
naober (L331p Swalmen)
|
buurman zijn van iemand [noberen, geburen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21507 |
burgemeester |
burgemeester:
burgemeister (L331p Swalmen),
börgemeister (L331p Swalmen)
|
het wettelijk hoofd/de vertegenwoordiger van een gemeente [burgemeester, burger, burgmeester] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21303 |
buskruit |
kruit:
kroet (L331p Swalmen),
krôet (L331p Swalmen),
pulver (<lat.):
polfər (L331p Swalmen)
|
buskruit [SGV (1914)] || licht ontbrandbaar, ontplofbaar mengsel dat o.a. gebruikt wordt voor het afschieten van vuurwapens [buskruit, kruit, poeder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33099 |
bussel geharkte aren |
krombos:
krǫmbus (L331p Swalmen),
warbos:
wǫrbus (L331p Swalmen)
|
De bussel aren die door het naharken of nascharren wordt bijeengebracht. Doorgaans wordt deze bussel gebonden met een band, maar in het noordelijke Truierlands wordt opgemerkt dat een dergelijke bussel los op de kar of in de stuik werd bijgestoken. Vergelijk ook de lemma''s ''bussel kort stro'' (6.1.29) en ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4). [N 15, 38d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|