e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cape omhanger: omhenger (Swalmen) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3
capuchon cape (eng.): keep (Swalmen) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
cariës rotte tanden: rôot (Swalmen), rôtte tenj (Swalmen) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] III-1-2
carnavalskrant leukerbaekskebode: Leukerbaekskebode (Swalmen), vastelavondsgazet: vastelaovesgezet (Swalmen) Carnavalskrant. || Een plaatselijk carnavalsblad in de tijd van de Trèkveugel. III-3-2
carnavalsliedje vastelavondsliedje: vastelaovesliedje (Swalmen) Carnavalslied. III-3-2
carnavalsoptocht carnavalsoptocht: karnevalsoptoch (Swalmen), optocht: optoch (Swalmen, ... ), stoet: In eine - mitloupe.  sjtoet (Swalmen) Carnavalsoptocht, carnavalsstoet. || De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] || Stoet. III-3-2
castagnetten kleppers: kleppers (Swalmen) De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)] III-3-2
castreren nijpen: nīpǝ (Swalmen), snijden: šnii̯ǝ (Swalmen, ... ) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-9
cavalier cavalier (fr.): cavelier (Swalmen) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: sɛl (Swalmen) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6