e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kar wipt wippen: (de kar) wep (Swalmen) Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99] I-13
de kerkgang maken de kerkgang doen: kirkgank doon (Swalmen) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kerkgang uitzegenen uitzegenen: oetzaegene (Swalmen) Het "uitzegenen"bij gelegenheid van de kerkgang [oeszeëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de klei natmaken weken: wē̜jkǝ (Swalmen) Het natmaken van de klei gebeurde ɛs avonds na het graafwerk.' [monogr.] II-8
de kleiwand afsteken onderheulen: ǫŋǝrhø̜̜̄̄lǝ (Swalmen) De wand van de kleikuil afsteken. [monogr.] II-8
de kleiwand uithollen onderheulen: ǫŋǝrhø̜̜̄̄lǝ (Swalmen) De wand van de kleikuil uithollen. [monogr.] II-8
de klithoop loswerken mischen: mišǝ (Swalmen) De gekiemde gerst bij een grijpende hoop uit elkaar halen en omwerken. [monogr.] II-2
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen afslaan: aafsjlaon (Swalmen) de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)] III-3-2
de kruisweg bidden de kruisweg beden: kruutswaeg baeje (Swalmen) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de laatste voor ploegen (de voor) opvaren: ǫp˲vãrǝ (Swalmen) De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.] I-1