e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sweikhuizen

Overzicht

Gevonden: 499
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruisbeeld kruisbeeld: kruusbeeld (Sweikhuizen) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kruisje aan een kettinkje kruisje: kruutske (Sweikhuizen) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisweg kruisweg: kruuswèèg (Sweikhuizen) Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kruiswegstatie statie: sjtaasje (Sweikhuizen) Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kuis, ingetogen zuiver: zūūvər (Sweikhuizen) kuis; rein van zeden; maagdelijk; ingetogen; zich onthoudend van zinnelijk genot [kuis, kies, zuiver] [N 86 (1981)] III-2-2
kuit kuit: WLD  kūūt (Sweikhuizen) Hoe noemt u de eierstokken met eieren of de afgezetten massa eieren van vrouwelijke vissen (kuit, kiet, schot, zaad, schodder, krellekeskuit) [N 83 (1981)] III-4-2
kwaken kweken: WLD  kwéékə (Sweikhuizen) Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)] III-4-2
kwastje aan een halsketting trosje: tröskəs (Sweikhuizen) gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 86 (1981)] III-1-3
laatste mis gauwmis: gawmès (Sweikhuizen) De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
landstreek gegend (du.): gieəgənd (Sweikhuizen) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] III-4-4