e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sweikhuizen

Overzicht

Gevonden: 499
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schil van een vrucht schaal: WLD  sjael (Sweikhuizen) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] I-7
schol schol: WLD  sjol (Sweikhuizen) Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)] III-2-3
schors (alg.) schors: WLD  sjòrs (Sweikhuizen) De buitenste bekleding van een boom (schors, blek, blot, blast). [N 82 (1981)] III-4-3
schreeuwen kweken: kwéékə (Sweikhuizen) luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] III-3-1
schub schub: WLD  sjöb (Sweikhuizen) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schudden van vruchten schuddelen: WLD  sjöddələ (Sweikhuizen) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuw schuw: WLD  sjōēw (Sweikhuizen) Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)] III-4-2
selderij selderie: WLD  sildərĭĕ (Sweikhuizen) Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)] I-7
sigarenpijpje sigarenpijpje: sigáárəpiepkə (Sweikhuizen) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sint-jozefaltaar sint-joepsaltaar: st. joepsèltjer (Sweikhuizen) Het (zij)altaar dat is toegewijd aan de H. Jozef en waarop of waarboven zijn beeltenis zich bevindt [St.Jozef-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3