e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sweikhuizen

Overzicht

Gevonden: 499
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wierook wierook: wieroak (Sweikhuizen) Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookvat wierooksvat: wieroaksvaat (Sweikhuizen) Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijnstok, wingerd wijnrank: WLD  wienrànk (Sweikhuizen) De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] I-7
wijwater wijwater: wiewater (Sweikhuizen) Wijwater, gewijd water [weej-,wij-,wiejwaater, wiewasser, heilig water, vontwater?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwateremmer wijwatersvat: wiewatersvaat (Sweikhuizen) Het wijwatervat, de wijwateremmer. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwaterkwast wijwaterkwast: wiewaterkwas (Sweikhuizen) De wijwaterkwast. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwatervat wijwatersbak: wiewatersbak (Sweikhuizen) De met wijwater gevulde bak bij de ingang(en) van de kerk [wijwater(s)bak, -vat, -steen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzers van het torenuurwerk wijzers: wiezers (Sweikhuizen) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wilgenkatje katje: WLD  kètjəs (Sweikhuizen) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] III-4-3
wilgenteen vits: WLD  wĭĕts (Sweikhuizen) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] III-4-3