e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bang angstig: engstig (Swolgen), schijterig: schieterig (Swolgen) angstig || bang, kleinzielig, krenterig III-1-4
bangerik bangeschijter: bangeschieter (Swolgen), blaas: scheldwoord voor: angstige man of jongen  blāōs (Swolgen), schijtboks: schietboks (Swolgen), schijterd: schieterd (Swolgen), schijthuis: schiethüs (Swolgen), schijtvot: schietvot (Swolgen), schouwerik: schouwerik (Swolgen), schouweschijter: schuw - schouw of schuwen - schouwen?  schouweschieter (Swolgen) angstige man of jongen || bangerik III-1-4
barbeel berf: berf (Swolgen) barbeel (witvis) III-4-2
barrevoets barrevoets: bärevoets (Swolgen), op blote voeten: up blu.ətə vy:t (Swolgen) barrevoets [SGV (1914)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: beͅt (Swolgen), be̝ͅt (Swolgen) bed [RND] III-2-1
beddek dekkens: deͅkəs (Swolgen) lakens en dekens om te dekken III-2-1
beddengoed beddengerei: beͅdəgreͅi̯ (Swolgen) beddegoed III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Swolgen) laken III-2-1
bedevaart bedevaart: bêvert (Swolgen) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedorven ei schiere eieren: sxīr ęi̯ǝr (Swolgen) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12