e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruias, kruirad kruias: krø̜jas (Swolgen) Het wiel of de as onderaan de staart aan de buitenzijde van de molen, waarmee de molen of de molenkap met behulp van kettingen of touwen naar de wind gedraaid wordt. Zie ook afb. 21 en 23. Een aantal woordtypen is een pars pro toto. [N O, 30a; A 42A, 58; monogr.] II-3
kruid (alg.) kruid: krüd (Swolgen) kruid, plant III-4-3
kruidnagel kruidnagel: kruutnagel (Swolgen) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3
kruidwis kruidwis: kruutwis (Swolgen), verzameling kruiden, gewijd op 15 augustus en bestaand uit: boerenwormkruid, appel of peer, haver, koolblad en alsem  krüdwis (Swolgen) Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] || kruidwis III-3-3, III-4-3
kruien kruien: kryi̯ǝ (Swolgen), krøjǝ (Swolgen), krø̜jǝ (Swolgen) De molen of molenkap draaien met als doel de wiekenas in de windrichting te plaatsen. [N O, 30i; N O, 30k; A 42A, 56; monogr.] || Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13, II-3
kruik kruik: kroek (Swolgen) kruik [SGV (1914)] III-2-1
kruiketting, kruitouw kruiketting: krøjkęteŋ (Swolgen  [(meervoud: krøjkęteŋs)]  ), krø̜jkęteŋ (Swolgen  [(meervoud: krø̜jkęteŋs)]  ) De op de kruias bevestigde ketting waarmee de molen of de molenkap wordt verplaatst. In l 289 en l 377 gebruikte men daartoe geen ketting maar een touw, in l 316 een kabel. [N O, 30b; N O, 30c; N O, 30d; A 42A, 57; monogr.] II-3
kruim kruim: kroem (Swolgen) kruim [SGV (1914)] III-2-3
kruimel kruimel: kryməl (Swolgen) kruimel III-2-3
kruin kruin: kruun (Swolgen) kruin [SGV (1914)] III-1-1