e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond mond: mŏnd (Swolgen), mŭnd (Swolgen), mò:nd (Swolgen), mû:nd (Swolgen) mond [RND], [SGV (1914)] || Mond. Houd je mond toch [DC 01 (1931)] || monden [SGV (1914)] III-1-1
mond (spotnamen) muil: Plat.  mŏĕl (Swolgen) Mond. Houd je mond toch [DC 01 (1931)] III-1-1
mopperen grommen: grómme (Swolgen), knaaien: knāōje (Swolgen) brommen || knorren, grommen, zeurend brommen III-1-4
morgengebed morgengebed: mĕrgegebed (Swolgen) morgengebed [SGV (1914)] III-3-3
mossel mossel: mossel (Swolgen), mŏssel (Swolgen) mossel [SGV (1914)] III-2-3
mosterd mosterd: mōstərt (Swolgen), ø langer  mŏsterd (Swolgen) mosterd [SGV (1914)] III-2-3
mot mot: mŏt (Swolgen) mot [SGV (1914)] III-4-2
motor moter: moətər (Swolgen) motor [RND] III-3-1
mout malt: malt (Swolgen) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouw mouw: mŏŏw (Swolgen) mouw [SGV (1914)] III-1-3