e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups rups: roeps (Swolgen, ... ), troeps (Swolgen) rups [SGV (1914)] III-4-2
rusten rusten: röste (Swolgen) rusten [SGV (1914)] III-1-2
ruw, hard ruw: rŏw (Swolgen) ruw [SGV (1914)] III-3-1
ruw, ruig ruw: rŏw (Swolgen, ... ), Rauw wèèr: ruw weer.  rauw (Swolgen) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
saanengeit saanengeit: zānǝgęi̯t (Swolgen) [N 77, 70; monogr.] I-12
sacristie gerfkamer: gĕrifkamer (Swolgen) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3
samenspannen houden: halde (Swolgen) heulen (met iemand) [SGV (1914)] III-3-1
saus saus: sówz (Swolgen) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooiekool: savojjekoeël (Swolgen) savooie kool I-7
schaaf schaaf: sxāf (Swolgen) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12