e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
visaas aas: āōs (Swolgen), oas (Swolgen) aas [SGV (1914)] || aas om te vissen III-4-2
vishengel garde: gerd (Swolgen), visgaard: visgerd (Swolgen) hengel [SGV (1914)] || vishengel III-3-2, III-4-2
viskorf aalskorf: aolskörf (Swolgen) aalsfuik III-4-2
vissen vissen: visse (Swolgen) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2
vissen, ww. koekelen: koekele (Swolgen), snoeken: snōēke (Swolgen), stulpen: ö lang  stölpe (Swolgen) stulpen, met de stulpmand vissen || vissen met kokkelkoorn || vissen op snoek III-4-2
vlaai met deegdeksel dekselvlaai: dɛksəlflāi̯ (Swolgen) vla met deksel III-2-3
vlaaienvulling spijs: vulling voor vla: vruchten, rijstpap, boter (meel suiker, boter), kersen, kruisbessen, bosbessen, appel, pruimen, abrikoos, bramen  spīs op de flāi̯ (Swolgen) vulling voor de vla III-2-3
vlaamse gaai matkolf: metkōlf (Swolgen), mĕtkolf (Swolgen) meerkol [SGV (1914)] || vlaamse gaai III-4-1
vlag vlag: vlaag (Swolgen) vlag [SGV (1914)] III-3-1
vlak, gelijk vlak: vlak (Swolgen) vlak [SGV (1914)] III-4-4