e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardbeienvlaai aardberenvlaai: ɛrt˂bēͅrəflāi̯ (Swolgen) aardbeienvlaai III-2-3
aarde, grond aarde: êrd (Swolgen), zand: zoand (Swolgen) aarde (grond) [SGV (1914)] || zand [SGV (1914)] III-4-4
aarden pot aarden pot: ɛ̄rdǝ pǫt (Swolgen), keulse pot: kø̜lsǝ pǫt (Swolgen), uiles: ūlǝs (Swolgen), uilespot: ȳlǝspǫt (Swolgen), ūlǝspǫt (Swolgen) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardewerk aardewerk: ɛ̄rdəweͅrk (Swolgen) aardewerk III-2-1
aardmannetje (kabouter) aardmannetje: ĕrdmĕnke (Swolgen) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aas in het kaartspel aas: ruten oas (Swolgen) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
achterdeur achteruit: axtəryt (Swolgen) achteruitgang III-2-1
achtereen, na elkaar achtereen: achterén (Swolgen) achtereen, na elkaar III-4-4
achtergebleven hooi harken schoonscharren: skǫnskarǝ (Swolgen) Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.] I-3
achterste achterste: ächterste (Swolgen) achterste [SGV (1914)] III-1-1