e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geld geld: gɛ̄ld (Swolgen), xɛ:ld (Swolgen) geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
gelderse roos sneeuwbal: sni-jbāl (Swolgen) sneeuwbal, gelderse roos III-4-3
gele narcis paasbloem: paosbloem (Swolgen), gele narcis  paosbloem (Swolgen, ... ) narcis, gele — || wilde narcis III-4-3
geloof geloof: geloeef (Swolgen) geloof [SGV (1914)] III-3-3
gelooven geloven: geluu eve (Swolgen) gelooven [SGV (1914)] III-3-3
gemak gemak: gemak (Swolgen) gemak, kalmte III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemekkelijk (Swolgen), gemĕkkelek (Swolgen), gemäkkelijk ütgevalle zien: gemakkelijk uitgevallen zijn  gemäkkelijk (Swolgen), op zijn gemak: op zie gemak (Swolgen) gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemeen gemeen: gemeene (Swolgen), gemein (Swolgen), smerig: smerrig (Swolgen) gemeen [SGV (1914)] || gemeen, slecht || vuil, smerig, gemeen III-1-4
gemeente gemeent: gemènt (Swolgen) gemeente [SGV (1914)] III-3-1
gemene vrouw kwade prij: en kwaoj prie (Swolgen), tang: tang (Swolgen) een boze vrouw || kwade vrouw III-1-4