e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kneuzen butsen: bŭtse (Swolgen) blutsen [SGV (1914)] III-2-3
knie knie: knej (Swolgen, ... ), knij (Swolgen) knie [DC 01 (1931)], [RND], [SGV (1914)] III-1-1
knieholte hees: Mv. hisse.  his (Swolgen) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
kniezen kniezen: knieze (Swolgen) kniezen [SGV (1914)] III-1-4
knijpen knijpen: kniepe (Swolgen, ... ) knellen [SGV (1914)] || nijpen [SGV (1914)] III-1-2
knikker knikker: knikker (Swolgen) knikker [SGV (1914)] III-3-2
knikkertermen op stuik doen: ineens uit  op stoek dōēn (Swolgen), stuiten: stuite (Swolgen) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2
knipogen oogje knijpen: ŭgske kniepe (Swolgen) knipogen [SGV (1914)] III-1-1
kniptor knapper: knapper (Swolgen) kniptor III-4-2
knoeien slabben: slabbe (Swolgen, ... ) morsen [SGV (1914)] || slabben [SGV (1914)] III-2-3