e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereedschapsgleuf achterlade: axtǝrlāj (Tegelen) De gleuf aan de achterkant van het werkbankblad, waarin gereedschap kan worden gelegd. Zie ook afb. 113. [N 53, 208b; monogr.] II-12
gereedschapskast gereienkast: gǝręjǝkas (Tegelen) In het algemeen de kast waarin de wagenmaker zijn gereedschap opbergt. [N G, 4b] II-12
geronnen melk zure melk: zuǝr męlǝk (Tegelen) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerookt spek gerookt spek: geruik sjpek (Tegelen), geruikt sjpek (Tegelen) spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
geruite jurk ruitenkleed: róetekléid (Tegelen), ruitjeskleed: ruutjeskleed (Tegelen), rûtjeskleid (Tegelen) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geschifte steen schaalsteen: šālštęjn (Tegelen) Metselsteen die op zijn smalle kant in de lengte doormidden is gehakt. Zie ook afb. 29. [N 31, 19e; monogr.] II-8
geslachtsgemeenschap hebben gebruik maken: gebroek make (Tegelen), naaien: Grof.  nejje (Tegelen), vrijen: vreeje (Tegelen) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
geslachtsorgaan van de hengst als geheel gemecht: gǝmɛks (Tegelen) [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
geslachtsrijpe koe maal: mǭl (Tegelen), rind: reŋk (Tegelen), vaars: vē̜rs (Tegelen) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesloten boerderijtype hof: hǭf (Tegelen) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6