e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

Gevonden: 5743
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
barrevoets barvoets: berves (Tegelen), bɛrvəs (Tegelen) barvoets || blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskuul (Tegelen, ... ) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
basiliek basiliek (<lat.): bazeliek (Tegelen) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
basterd trasmortel tras-cement-kalkspijs: trassǝmɛntkalǝkšpijs (Tegelen) Mortel bestaande uit kalk, tras en zand, volgens de invuller uit L 321 gebruikt voor grof werk. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 37c] II-9
bebroed onbevrucht ei schier ei: šē̜r ęi̯ (Tegelen), vuil ei: vūl ęi̯ (Tegelen) [N 19, 54b] I-12
bed bed: be̝ͅt (Tegelen) bed [RND] III-2-1
beddenwarmer bedfles: (meervoud)  bedflesse (Tegelen), bedkruik: kroêk (zeer lang) Nb. meest lang verdrongen door flessen.  bèdkroêk (Tegelen) kruik, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || kruik, stenen ~; inventarisatie benamingen (gistkruik); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
bedelen zich erbij bedelen: zex ǝrbē bę̄dǝlǝ (Tegelen) Het vragen van een moerloze zwerm om een plaats bij een naburig volk. Wanneer een zwerm moerloos blijft, is hij praktisch ten dode opgeschreven. Eén van de mogelijkheden tot overleven is een plaats te vragen bij een andere zwerm. Eeckhout (pag. 129) zegt dat haar informanten het begrip bedelen bij bijen als onbestaand beschouwen. Dit verschijnsel noemen zij roven. [N 63, 61b] II-6
bedelmonnik broeder: broeder (Tegelen) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bedelpater pater (lat.): paoter (Tegelen) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3