e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op stelten lopen steltlopen: Dit algemeen bekende kinderspel, waarmee zich zowel jongens als meisjes vermaakten, behoeft wel geen nadere uitleg.  sjtelt loupe (Tegelen) [Op stelten lopen]. III-3-2
op stelten lopen add. soldaatje lopen: Sub sjeldaot. Zie: spelen.  sjeldäotje (Tegelen), Sub Sjtelte loupe: Een in Tegelen veel voorkomende variant was het sjeldäotje loupe. De steltloper (of -loopster) hief onder het lopen een stelt op, en legde deze vervolgens op de schouder, zoals een soldaat zijn geweer draagt. Op de andere stelt bewoog de loper zich daarna hinkend voort, hetgeen n flinke dosis behendigheid vereiste.  sjeldäotje loupe (Tegelen) [Op stelten lopen - variant]. || Het hinken op één stelt, terwijl men de andere stelt als n geweer op de schouder houdt. III-3-2
opbakken oppijpen: oppī-jpǝ (Tegelen), oppīpǝ (Tegelen) In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.] II-1
opbergen opbergen: opberge (Tegelen, ... ) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
opbollen opbollen: opbolǝ (Tegelen), opbǫlǝ (Tegelen) De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te be√Ønvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.] II-1
opbollen van het beschuitdeeg opbollen: opbǫlǝ (Tegelen) [N 29, 59a] II-1
opdraaien opdraaien: opdraaien (Tegelen) Onder toevoeging van klei het op zijn kop op de schijf geplaatste werkstuk een nog hogere of bredere vorm geven. [N 49, 33b] II-8
openbare verkoop publieke verkoop: Opm. publieke = openbare.  ⁄ne publieke verkoup (Tegelen, ... ), verkoop: Opm. zo noemt men het kortweg, soms nader aangeduid met: openbare -, notariële -.  ⁄ne verkoup (Tegelen, ... ) openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbroek met linten vrouwenboks: vrouwe-bôks (Tegelen) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opening in een galmgat galmgat: galmgaat (Tegelen) Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)] III-3-3