e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
optasser lader: lāi̯ǝr (Tegelen) Degene die, staande op de kar, het hooi van de opsteker aanneemt en het er opstapelt. [N 14, 121b; A 34, 3b] I-3
optilbaar hek hefpoortje: hø̜fpø̜̄rtjǝ (Tegelen) Het niet draaiend maar uitneembaar hek aan de ingang van een wei. [N 14, 68b; A 25, 5e; monogr.] I-8
optillen opheffen: òphèùfə (Tegelen) optillen [RND] III-1-2
optissen bruisen: brūsǝ (Tegelen) Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72] II-6
optoppen, oplangen optoppen: ǫptypǝ (Tegelen) De steiger verhogen door de staanders met behulp van palen, de zgn. 'optoppers', te verlengen. De optoppers worden door middel van touwen aan de staanders gebonden en ze rusten op een op de staander gespijkerde, houten klos. [N 32, 5a; monogr.] II-9
optopper optopper: ǫptypǝr (Tegelen) Houten paal waarmee de staander wordt verlengd. De optoppers worden met touwen aan de staanders vastgebonden en rusten op houten klossen die op de staanders zijn bevestigd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5b] II-9
optuigen aantouwen: āntǫu̯ǝ (Tegelen), optuigen: ǫptȳgǝ (Tegelen) Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10
opvoeden, grootbrengen optrekken: op’trêkke (Tegelen) opvoeden, grootbrengen III-2-2
opvulzand ballastzand: balast˲zaŋk (Tegelen), vulzand: vø̜lzaŋk (Tegelen) Zand dat wordt gebruikt voor aanvulling, maar niet voor het metselwerk zelf. Zie voor het woordtype 'letchi' a. Stevens, 'T√∫ngërsë Dïksjënêer', pag. 328, s.v. 'lètsji'. [N 30, 36b; monogr.] II-9
opzetband opzetband: ǫp˲zęt˱baŋk (Tegelen), zetband: zęt˱baŋk (Tegelen) De metalen band waarin de duigen rechtop worden vastgezet in de vorm van het vat. De opzetband is meestal een kopband, dus een band die de bovenzijde van de duigen omsluit. De opzetband is een voorlopige band die uiteindelijk door de definitieve band wordt vervangen. Zie ook het lemma ɛsluitbandenɛ.' [N E, 23-24] II-12