e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlag vlag: vlagk (Tegelen) vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1
vlaggen russen: rø̜s (Tegelen) Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b] II-9
vlakbank vlakbank: vlak˱baŋk (Tegelen) Schaafmachine waarmee hout aan één zijde mechanisch vlak geschaafd kan worden. De vlakbank bestaat uit een gietijzeren frame waarop een van twee of meer beitels voorziene as is gemonteerd. Zie ook afb. 53. [N 53, 85b] II-12
vlaktex vlak stuk: ein vlak sjtäk (Tegelen) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlammuur stender: štęŋǝr (Tegelen) Muur van circa 40 tot 50 cm hoogte tussen de stook- en de bakruimte, soms voorzien van gaten om de hitte te verspreiden. De gaten in de muur werden in L 270 schlitzen (ēlits\) genoemd - Hermans, pag. 17. [monogr.] II-8
vlasrepel rijf: rif (Tegelen) Kam gebruikt bij het repelen. I-5
vlechtlatten vlechtlatten: vlɛxlatǝ (Tegelen) Latten die op korte afstand van elkaar verticaal tussen de regels bevestigd worden. Door de latten worden vervolgens de twijgen gevlochten. [N 4A, 53a; N 31, 45d; Vld] II-9
vlechttwijgen witsen: wetsǝ (Tegelen) De twijgen die horizontaal door de vlechtlatten worden gevlochten. [N 4A, 53b; N 31, 45d; monogr.; div.] II-9
vleermuis vleermuis: vleermoeës (Tegelen) vleermuis [DC 40 (1965)] III-4-2
vlees vlees: fleis (Tegelen), vleis (Tegelen, ... ) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3