e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worst maken worst(en) maken: wors mākǝ (Tegelen), worsten: worstǝ (Tegelen) De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.] II-1
worstenbroodje saucijzenbroodje: Syst. Veldeke  sausiesbruedje (Tegelen), sesiezebruudje (Tegelen), Syst. WBD  sezijzebruudje (Tegelen), worstenbroodje: Syst. Veldeke  worstebruedje (Tegelen), Syst. WBD  worstebruudje (Tegelen), worstebruëdje (Tegelen), worstebrūūdje (Tegelen) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
worsthoren horentje: hø̜̄rkǝ (Tegelen) Een afgezaagde horen, een trechter of iets dergelijks waarvan het uiteinde in de darm wordt gestoken. Met de duim wordt het kleingemaakte vlees en vet in de darm geduwd. [N 28, 116; N 28, 119] II-1
worstvlees en -vet kleinmaken hakken: hakǝ (Tegelen), malen: mālǝn (Tegelen), snijden met twee messen: šnī-jǝ męt twīǝ mɛtsǝ (Tegelen) Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.] II-1
wortel (alg.) broek: brook (Tegelen), knoer: knuur (Tegelen), poest: poes (Tegelen) wortelstronk || wortelstronk, taaie — III-4-3
wortelklomp van een struik poest: pūs (Tegelen) [N 27, 9c] I-8
wortels rooien opdompen: opdompǝ (Tegelen), puisten: pustǝ (Tegelen) Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c] I-8
worteltje hollandse wortelen: hollandse wortele (Tegelen), worteltjes: wörtelkes (Tegelen) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7
wreef vrei: vreej (Tegelen) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
wulp kuluut: kuuluut (Tegelen) wulp III-4-1