e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zak in de onderrok roktas: roktes (Tegelen, ... ), tas: tès (Tegelen) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zak in kledingstuk tas: tes (Tegelen) zak in kledingstuk III-1-3
zak op een schort scholkentas: sjolketes (Tegelen), sjolketès (Tegelen, ... ) zak op een schort [pooier] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek tassendoek: tessendook (Tegelen), Raakt in onbruik.  tessendook (Tegelen), thans in onbruik  tessendook (Tegelen, ... ), zakdoek: zakdook (Tegelen, ... ), algemeen  zakdook (Tegelen, ... ) zakdoek || zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zakdoek leggen zakdoek leggen: Tot de steeds graag gespeelde samenspelen behoren ongetwijfeld ook de kringspelen, waarvan wij als voornaamste willen noemen:  Zakdoek leggen (Tegelen) Sub Kringspelen. III-3-2
zakdoek: pochette striknaald: sjtriknald (Tegelen) breinaald III-1-3
zakgeld tassengeld: tesse-geld (Tegelen), tessengeld: tessegeld (Tegelen), zakgeld: zakgeld (Tegelen, ... ), zondagsgeld: sòndigsgeld (Tegelen, ... ) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakkenvoering keper: kēpǝr (Tegelen) Voering van de zakken. In de regel een dicht geweven, soepele stof van katoen of een mengsel van katoen en synthetische garens. Ook gebruikt men katoenen voering in keperbinding. [N 59, 120; Gi 1.IV, 27] II-7
zalig zalig: zalig (Tegelen) Zalig, gelukzalig [zaalig, zaolig, zeelig]. [N 96D (1989)] III-3-3
zaliger gedachtenis ... zaliger: zaliger (Tegelen) Zaliger gedachtenis (vader/moeder/..). [N 96D (1989)] III-3-3