e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197a plaats=Terlinden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krassen kratsen: kratse (Terlinden) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] III-4-4
krentenbaard zeek: zeek (Terlinden) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
kreukel valse vouw: vaalsje voùw (Terlinden) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen kreukelen: kreukele (Terlinden) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen kermen: kerme (Terlinden) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kermt van de pieng (Terlinden) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupel zijn (het is/staat) kreupel: krø̄ǝpǝl (Terlinden) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kreupelhout slaghout: slaaghaot (Terlinden) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
krielkip krielhoen: krilhōn (Terlinden) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen nalopertje spelen: nōͅløͅpərkə (Terlinden) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] III-3-2