e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197a plaats=Terlinden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tevreden; tevredenheid content: kontènt (Terlinden), la bonheur (fr.): alle boneur! (Terlinden) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] || zijn tevredenheid betuigen, zijn tevredenheid kenbaar maken [stuiten] [N 85 (1981)] III-1-4
tientje van de rozenkrans tientje: e tientsje (Terlinden) Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)] III-3-3
tijdelijke aflaat tijdelijke aflaat: tiedeleke aflaot (Terlinden) Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
tilbury tilbury: telbøri (Terlinden) Tweewielig rijtuigje, meestal zonder kap, voor twee personen, dat door √©√©n paard getrokken wordt. De tilbury is lager dan de sjees. Er is geen aparte bok voor de koetsier. Af en toe is dit ook een meer algemene benaming voor een klein rijtuigje. [N 17, 5, add; N 101, 1 + 6-8; N G, 51, monogr] I-13
tocht, zuiging van lucht het trekt: ⁄t trekt (Terlinden) tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)] III-4-4
tochtig bokkig: bø̜kex (Terlinden), bø̜kǝx (Terlinden) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
toegang tot akker vaart: vārt (Terlinden) [N 11, 8] I-8
toekruid, algemeen gekruid: gekruuje (Terlinden) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toestel waarin men kinderen leert lopen loopstoel: laopstool (Terlinden) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
tollen draaien wie een kokkerel: #NAME?  koekerèl (Terlinden) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2