e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197a plaats=Terlinden

Overzicht

Gevonden: 2962
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemene vrouw kurij: kuurèj (Terlinden) een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] III-1-4
gemoed gemoed: gemood (Terlinden) het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4
generale absolutie generale absolutie (<fr.): generaal absolutie (Terlinden) Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
generale biecht algemene biecht: algeming beecht (Terlinden), generale biecht: generale beecht (Terlinden) Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)] III-3-3
genezen beter: bèter (Terlinden), genezen: genèze (Terlinden) Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)] III-1-2
genoegen (doen) content: kontènt (Terlinden) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4
gering aantal, een paar paar: paar (Terlinden) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4
geschifte steen schaal: šāl (Terlinden) Metselsteen die op zijn smalle kant in de lengte doormidden is gehakt. Zie ook afb. 29. [N 31, 19e; monogr.] II-8
geschreeuw van leeuweriken zingen: zinge (Terlinden) het geschreeuw van leeuweriken (kreeuwen) [N 83 (1981)] III-4-1
geslachtsorgaan van de hengst als geheel gemecht: gǝmɛx (Terlinden) [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9