20415 |
peettante |
paat:
paat (Q197a Terlinden, ...
Q197a Terlinden)
|
de meter [joaën] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
19400 |
pendule |
pendule:
pendule (Q197a Terlinden)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23995 |
penitentie |
penitentie (<lat.):
penetentie (Q197a Terlinden)
|
Penitentie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (Q197a Terlinden)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
28656 |
pershoning |
pershoning:
pɛršhōǝneŋ (Q197a Terlinden)
|
Honing die men verkrijgt door de raten te persen, zodat de honing eruit loopt. Na verwijdering van de blanke, gave stukken raathoning doet men de onregelmatige stukken honingraat, nog niet verzegelde honing, open en gesloten broed, stuifmeelraten, grof werk, moerdoppen, dode bijen en ander afval in zakken van kaasdoek. Deze legt men in de honingpers, waarin ze onder grote druk de nog resterende honing prijs geven (De Roever, pag. 167). Deze geperste honing blijft echter na zeven en klaren toch een produkt van mindere kwaliteit. [N 63, 116b; N 63, 115d; N 63, 115c; JG 1a; monogr.]
II-6
|
21819 |
persoon die traat praat |
zuielaar:
WNT: sub zuielen (I), Afl. zuielaar, sloom persoon.
zuijeler (Q197a Terlinden)
|
traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19229 |
persoon met een lastig karakter |
lastige, een -:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
ène lestige (Q197a Terlinden)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22556 |
pesten (kaartspel) |
pesten:
peste (Q197a Terlinden)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20410 |
petekind |
patekind:
de meter spreekt van patekeend, ongeacht jongen of meisje
patekeend (Q197a Terlinden),
petekind:
de peter spreekt van paetekeend, ongeacht jongen of meisje
paetekeend (Q197a Terlinden)
|
een peetdochter [N 96D (1989)] || een peetzoon [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
petrol (Q197a Terlinden)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|