28416 |
simplexkast |
simplex:
simplex (Q197a Terlinden)
|
Een van de vele soorten bijenkasten. De Simplexkast is uitgerust met het zogenaamde Simplexraam, dat een breedte/lengte heeft van 356 mm en een hoogte van 216 mm. Ze kan enkel- of dubbelwandig zijn (De Roever, pag. 189). Het Simplexraam behoort tot de liggende groep van ramen. Ondanks de vele tekortkomingen, zoals een te klein vlieggat, te dun hout en een te klein dak, heeft de Simplexkast een enorme vlucht genomen meer door haar goedkoopte dan door kwaliteit. Aan de Engelse Simplexkast kleven die tekortkomingen minder. In Nederland heeft men nog een Verbeterde Simplex op de markt gebracht waarin de ergste gebreken van de Simplexkast zijn vermeden. [N 63, 9]
II-6
|
33981 |
singel |
buikriem:
būkrēm (Q197a Terlinden)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
33993 |
singel voor de paardedeken |
gord:
gø̜̄rt (Q197a Terlinden)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|
23830 |
sint-antoniusbrood |
sint-teunisbrood:
Sint Tönnisbroeëd (Q197a Terlinden)
|
Het Antoniusbrood, als aalmoes geschonken voor de armen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22447 |
sint-bavo |
sinterklaas bestellen:
sinterklaos bestelle (Q197a Terlinden)
|
Het feest van St. Bavo (mis) op 1 oktober [Bavo, bamis, bavomis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23847 |
sint-hubertusbrood |
sint-hubertusbrood:
Sint Hubertusbroeëd (Q197a Terlinden)
|
Het brood dat op St. Hubertusdag gezegend en uitgereikt werd als afweer tegen hondsdolheid [Sint Hubertusbroeëd]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23400 |
sint-jozefbeeld |
sint-jozefbeeld:
st. joeësefbeeld (Q197a Terlinden)
|
Een beeld van St. Jozef. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19420 |
sintel |
krei:
krèj (Q197a Terlinden),
sintel:
sintele (Q197a Terlinden)
|
Geheel of halfuitgebrand samengesmolten stuk steenkool (sintel, singel, slak) [N 79 (1979)] || Hoe noemt u datgene dat uit de kachel komt en dat nog kan branden nadat de as eruit gezeefd is (van steenkool)? (bluskool, sintel, kooltjes, krikken) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
22703 |
sinterklaas |
sinterklaas:
Sinterklaos (Q197a Terlinden)
|
6 december, Sint Nicolaas, Sinterklaas [tsinterkloaës]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
25047 |
sissen |
blazen:
blaoze (Q197a Terlinden),
fluiten:
flēūte (Q197a Terlinden)
|
een scherp geluid voortbrengen door lucht of damp met kracht uit een nauwe opening te doen stromen [sissen, tissen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|