e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Terlinden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbinden van een wonde verbinden: verbinde (Terlinden) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2
verbruien mislukken: mislöke (Terlinden), verruneren: verénewere (Terlinden) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] III-1-4
verdachte zaak geen zuivere koffie: gene zuuvere koffie (Terlinden) een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)] III-3-1
verdekken toeleggen: tulɛqǝ (Terlinden) De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b] II-9
verdenken / verdenking? iemand in staat zien: ich zeen um in stoat (Terlinden), verdenken: verdeenke (Terlinden) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdieping boven: (= eerste verdieping) hal = nééeré  baoeve (Terlinden) De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)] III-2-1
verdiept werk terugvoeg: tryk˲vōx (Terlinden) Ten opzichte van de metselstenen dieper liggend voegwerk. [N 32, 34b; monogr; N 32, 29d.] II-9
verdord dor: dor (Terlinden), kapot: kapot (Terlinden) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdriet; verdriet doen treuren: treure (Terlinden) een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] III-1-4
verdwenen eweg: éweg (Terlinden), vort: voet (Terlinden) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2