e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fijne meubelmaker fijne meubelmaker: fē̜nǝ mø̄bǝlmǭʔǝr (Tessenderlo) Meubelmaker die gespecialiseerd is in fijn werk. [N 55, 166b] II-12
fijngebouwd (een) fijne: fɛ̄nǝ (Tessenderlo), licht van benen: lext ˲va bii̯ǝnǝ (Tessenderlo) Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c] I-9
fijnmes klein snijmes: klã snē̜męs (Tessenderlo) Klompenmakersmes waarmee de buitenzijde van de klomp glad wordt afgewerkt. Het fijnmes lijkt op het paalmes, maar heeft een smaller blad. Net als het paalmes is ook het fijnmes aan één kant van een handvat voorzien en aan de andere kant van een haak. Met die haak kan het mes scharnierend aan een kram worden verbonden, die op het snijpaardje is vastgemaakt. [N 97, 102; Bakeman 9] II-12
fijnsnijden afwerken: afwɛrǝkǝ (Tessenderlo) De buitenzijde van de klomp met het fijnmes glad afwerken. [N 97, 103] II-12
fijt fijt: fuit (Tessenderlo) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
filter in de melkzeef zij: zē̜ (Tessenderlo), zijdoek: zęi̯duk (Tessenderlo) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
fineerzaag plakkagezaag: plakkāš˲zǭx (Tessenderlo) Zaagje met een aan beide zijden getand zaagblad, dat wordt gebruikt om fineerhout te zagen. Zie ook afb. 165. [N 53, 13a; N 53, 14; monogr.] II-12
flambouw lantaarntje (<fr.): lanteerekes (Tessenderlo) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3
flanel katoenen flanel: katūnǝ flanęl (Tessenderlo) Lichte en losse, weinig gevolde wollen of halfwollen stof, met een glad of gekeperd weefsel (Van Dale, pag. 774). Flanel wordt veel gebruikt voor nacht- en sportkleding. [N 62, 89a; N 59, 201; N 62, 75f; N 62, 75b; MW; monogr.] II-7
flanel voor hemden, werkhemden katoenen flanel: katūnǝ flanęl (Tessenderlo) In het garen met wit-rood-blauwe strepen geverfd katoenflanel. [N 62, 89c] II-7