e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke kat, kater kater: kaoter (Tessenderlo), kátər (Tessenderlo) kater [Goossens 1b (1960)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
mannenkant manskant: mānskānt (Tessenderlo) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren mannenklederen: manneklederen (Tessenderlo) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd slip: sløp (Tessenderlo) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
mansarde-dak frans dak: frãns˱ dák (Tessenderlo) Dak waarbij elk van de dakschilden twee vlakken vormt die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten. Het mansardedak werd ontworpen door de Franse architect François Mansart (1598-1666). Zie ook afb. 48c. [N 54, 170a; N 32, 43b] II-9
mansboor mansboor: mãns˱bǫwǝr (Tessenderlo) De grootste maat avegaar die gebruikt wordt als schrooiboor voor klompen met een binnenmaat vanaf 27 cm. Zie ook het lemma ɛmansklompɛ.' [N 97, 80; N 97, 87] II-12
mansklomp manshool: mãnshōl (Tessenderlo) De grootste maat klompen met een binnenlengte vanaf 27 centimeter. Zie ook afb. 258. [N 97, 135; Bakeman 8] II-12
mantelpak kleed: kleed (Tessenderlo) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
margriet totskop: -  totskoppen (Tessenderlo, ... ) margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)] III-4-3
maria-altaar maria-altaar: marijaø͂ͅtoͅuər (Tessenderlo) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3