e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miltvuur miltvuur: miltvuur (Tessenderlo) Miltvuur is een bodemziekte. De smetstof blijft in de vorm van sporen jarenlang buiten het lichaam in de grond levensvatbaar. Door graven, door verschil in waterstand, misschien ook door mollen en regenwormen komen de sporen naar boven. Als het vee ze opneemt met het voedsel of binnenkrijgt door wonden, groeien ze in het lichaam uit en verspreiden zich met het bloed naar alle organen. Deze dodelijke ziekte heeft een snel verloop. Soms sterven de dieren zonder dat er voorafgaande verschijnselen konden worden opgemerkt ineens onder krampachtige stuipen. Meestal worden ze vrij plotseling hevig ziek met hoge koorts en verschijnselen van pijn en zijn ze binnen 24 uur dood. Bloedige uitvloeiingen uit neus, mond, aars en kling komen veel voor, vooral na de dood. De slijmvliezen zijn hoog roodblauw gekleurd (Berns 1983, blz. 141). Zie ook het lemma ''miltvuur'' in wbd I.3, blz. 475-476. [N 3A, 87; A 48A, 22; monogr.] I-11
minderjarig minderjarig: znd 1 a-m  mindərjərig (Tessenderlo), znd 31, 23a  minderjaarig (Tessenderlo) minderjarig [ZND 01 (1922)], [ZND 31 (1939)] III-2-2
minnaar lief: lief (Tessenderlo) minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 115 (2003)] III-2-2
mis mis: mis (Tessenderlo) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met drie heren mis met drie heren: mis mee dréé hiejere (Tessenderlo) Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis uit dankbaarheid mis laten doen voor ...: mis laote doen ver (Tessenderlo) Een H. Mis uit dankbaarheid, tot zekere intentie. [N 96B (1989)] III-3-3
mis voor een overledene begrafenis: begraofenis (Tessenderlo) Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misboek op het altaar missaal: missaol (Tessenderlo) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar kaarsjespisser: als spot  ⁄n keskespisser (Tessenderlo), misdienaar: mesdinər (Tessenderlo), misdiener (Tessenderlo), ne misdieneiër (Tessenderlo), misdiender: misdinder (Tessenderlo, ... ), nə misdindər (Tessenderlo), ⁄n misdinder (Tessenderlo) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3
misintentie mis laten doen voor ...: mis laote doen ver (Tessenderlo) Een misintentie. [N 96B (1989)] III-3-3