e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
toegangsweg naar het erf dreef: drēf (Tessenderlo) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toestel waarin men kinderen leert lopen lei: lei (Tessenderlo) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 115 (2003)] III-2-2
toilet huisje: høškə (Tessenderlo) wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tollen ronddraaien: ronddraaën (Tessenderlo) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
tomaat tomaat: toemat (Tessenderlo), tomatə (Tessenderlo) [ZND 34 (1940)]tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
tonen laten zien: laten zien (Tessenderlo) Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] III-1-1
tong het scheiden: ǝt sxijǝ (Tessenderlo), tong: tuŋ (Tessenderlo, ... ), zen tong is aangeloun (Tessenderlo), zijn tong is aongelaon (Tessenderlo) De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || tong [N 10b (1961)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)] II-9, III-1-1
tong van een schoen tong: tong (Tessenderlo) Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)] III-1-3
tongewelf rond gewelf: (mv)  rondǝ gǝwølǝvǝ (Tessenderlo) Gewelf waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel of een ellips is. [N 32, 22b] II-9
tongnaald schuine makelaar: sxø̜̄nǝ mǭʔǝlęjǝr (Tessenderlo) Naald van bepaalde vorm die op de zijkant van de vleugelstijlen van tweevleugelramen bevestigd is. Zie afb. 58a. [N 55, 47] II-9