31737 |
vakman |
stielman:
stīlman (K353p Tessenderlo)
|
Timmerman of meubelmaker die degelijk werk aflevert. [N 55, 168a-b; N 55, 197]
II-12
|
28823 |
valencienneskant |
valenciennes:
falõ̜šɛn (K353p Tessenderlo),
falǝnšɛn (K353p Tessenderlo),
falǝšɛn (K353p Tessenderlo)
|
Katoenen of linnen kant in tulebinding. Bobbinetgoed (Bonthond s.v. ø̄Valenciennekantø̄). [N 62, 81b]
II-7
|
18658 |
valhoedje |
valhoed:
valhut (K353p Tessenderlo)
|
hoedje, beschuttend ~ voor kinderen die pas lopen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
17822 |
vallen |
vallen:
valle (K353p Tessenderlo),
vallen (K353p Tessenderlo),
[~an]
vallen (K353p Tessenderlo)
|
vallen [ZND 46 (1946)], [ZND m]
III-1-2
|
30138 |
vallende tand |
liggende tand:
legǝndǝ tant (K353p Tessenderlo),
vallende tand:
valǝndǝn tant (K353p Tessenderlo)
|
k˲valǝndǝ tsa [N 31, 28a; monogr.]
II-9
|
29107 |
valse plooi |
valse plooi:
vālsǝ pluwǝj (K353p Tessenderlo)
|
Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW]
II-7
|
29982 |
valsteiger |
onderste stelling:
onǝstǝ stęleŋ (K353p Tessenderlo)
|
Noodvloer die onder de steigervloer moet liggen wanneer deze meer dan 4 m boven de begane grond komt. Wanneer men een nieuwe steigerverdieping heeft aangebracht, wordt de oude werkvloer doorgaans als valsteiger gebruikt. Zie voor de niet fonetisch gedocumenteerde vormen van de woorddelen '-(steiger)' en '-(stelling)' het lemma 'Steiger'. [N 32, 6; monogr.]
II-9
|
20474 |
van hoge afkomst |
goed geboren:
cf. WNT s.v. "goed (I)"in de verbogen vormen goede, nevens goe...... en goeie in gemeenzame taal
goe gebouren (K353p Tessenderlo)
|
van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
33221 |
van uitlopers ontdoen |
(scheuten) afdoen:
ęfdun (K353p Tessenderlo)
|
Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.]
I-5
|
34489 |
van veren wisselen |
ruiven:
rau̯vǝn (K353p Tessenderlo),
rou̯ǝvǝn (K353p Tessenderlo),
rǫǝvǝ (K353p Tessenderlo),
rǭǝvǝn (K353p Tessenderlo)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|