e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volant volant: vōlãŋ (Tessenderlo), volant (fr.): voola͂ng (Tessenderlo) Een strook op een japon die maar aan één kant vastzit. Het volant-effect is een decoratieve afwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van de rekbaarheid van de gebreide stof. Het klokkende effect wordt verkregen door de stof op te rekken tijdens het stikken (Het Beste Naaiboek, pag. 314). [N 62, 42b; N 62, 42a; MW; monogr.] || Hoe noemt U: een strook op een japon die maar aan één kant vastzit (volant?)? [N 62 (1973)] II-7, III-1-3
volk (mensen) volk: foͅlək (Tessenderlo) volk [RND] III-3-1
volle aflaat volle aflaat: vollen aflaot (Tessenderlo) Een volle aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: biǝr (Tessenderlo), bēr (Tessenderlo), bīr (Tessenderlo), bīǝr (Tessenderlo) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
volwassen, volgroeid volwassen: volwassen (Tessenderlo) volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwas-sen, volslagen] [N 115 (2003)] III-2-2
vonk geinster: gunstər (Tessenderlo, ... ), vonk: vuŋk (Tessenderlo, ... ) vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voogd momber: mōēmmer (Tessenderlo), mŏĕmmər (Tessenderlo) voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
vooraanweeg graangeweeg: grǭngǝwēx (Tessenderlo), zakgeweeg: zak˲gǝwēx (Tessenderlo) De zijkant van de molenkast tegenover de plaats waar de vang zit. [N O, 47b] II-3
voorbidden voorbidden: verbidde (Tessenderlo) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorboor egger: ęgǝr (Tessenderlo), voorloper: vørluwǝpǝr (Tessenderlo) Soort avegaar waarvan de lepel lang en smal is en enigszins spits toeloopt. De voorboor wordt gebruikt om de eerste, smalle opening te boren in de richting van de teen van de klomp. Op de schacht van de boor zijn markeringen aangebracht die aangeven tot hoever de klompenmaker in de verschillende modellen klompen naar voren kan boren. Zie ook afb. 242. [N 97, 76; A 29a, 7c; A 32, 8b] II-12