e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weerborstel weerborstel: wēͅjərbəstəl (Tessenderlo), weͅiərbəstəl (Tessenderlo) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1
weerlichtx weerlicht: weerlicht (Tessenderlo) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wēər (Tessenderlo) (vuil, slecht) weer [ZND 08 (1925)] III-4-4
weerstand biedend moeilijk paard: mui̯ǝlǝk pɛ̄i̯ǝt (Tessenderlo), sterk in het bakkes: stɛrǝk in t baʔǝs (Tessenderlo) Hard in de bek, minder gevoelig voor de toom. Het paard verzet zich tegen het trekken, vooral bij het begin van een nieuw of lang niet gedaan werk, of als het hard moet trekken. [N 8, 64e] I-9
weesgegroet weesgegroet: weeschegroet (Tessenderlo) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weesgegroetkralen kleine bolletjes: klaan bollekes (Tessenderlo) De Weesgegroet-kralen (53 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
weg weg: jan heeft een dikke stok op de weg zien liggen (Tessenderlo), waex (Tessenderlo), wɛx (Tessenderlo) Jan heeft een dikke stok op de weg zien liggen [ZND 46 (1946)] || weg [RND], [ZND 01 (1922)] III-3-1
weg over het erf karspoor: karspoor (Tessenderlo) Een weg over het boerenerf, langs of tussen de gebouwen door. Deze weg ontbreekt bij gesloten boerderijen. [N 5A, 75b; N 5, 111] I-8
wegdassen dassen: dasǝ (Tessenderlo) Kwaststrepen in pas aangebrachte verf met behulp van een daskwast wegwerken. [N 67, 76b] II-9
wegkwijnen afteren: afteren (Tessenderlo) (Weg)kwijnen: langzaam achteruitgaan, gezegd van een zieke ((weg)kwijnen, (weg)kwelen, afteren, aflopen, achteruit gaan). [N 107 (2001)] III-1-2