18945 |
gemeen |
gemeen:
ook materiaal znd 23, 79
gemieën (K353p Tessenderlo),
gəmān (K353p Tessenderlo),
gəmən (K353p Tessenderlo)
|
gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
???
gəmand⁄n (K353p Tessenderlo)
|
gemeente [ZND m]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
kwaad wijf:
kao wɛ̄f (K353p Tessenderlo)
|
t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
18165 |
genezen |
genezen:
genêzen (K353p Tessenderlo)
|
genezen [ZND m]
III-1-2
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
pachtgoed:
pāxt˲gut (K353p Tessenderlo),
winning:
weneŋ (K353p Tessenderlo)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
pensioen trekken:
znd 35, 65
trekt pensioen (K353p Tessenderlo)
|
gepensionneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
30781 |
geperforeerd glas |
gehamerd glas:
gǝhǭmǝrt ˲glas (K353p Tessenderlo)
|
Gegoten vensterglas met trechtervormige openingen dat voor ventilatiedoeleinden wordt gebruikt. [N 67, 89j]
II-9
|
34057 |
geprimeerde stier |
prijsstier:
prɛ̄sstīr (K353p Tessenderlo)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
geram`n (K353p Tessenderlo)
|
geraamte [ZND m]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
kle.ər (K353p Tessenderlo)
|
klaar [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|