18173 |
barrevoets |
barrevoets:
baerəvuits (K353p Tessenderlo),
baerəvuts (K353p Tessenderlo),
berrevoets (K353p Tessenderlo)
|
barrevoets [ZND 01 (1922)], [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND]
III-1-3
|
23344 |
basiliek |
basiliek (<lat.):
bazəlek (K353p Tessenderlo)
|
Een basiliek. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30002 |
basterd trasmortel |
speciale mortel:
spēšǭlǝ mø̜ʔǝl (K353p Tessenderlo)
|
Mortel bestaande uit kalk, tras en zand, volgens de invuller uit L 321 gebruikt voor grof werk. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 37c]
II-9
|
19730 |
bed |
bed:
beͅt (K353p Tessenderlo)
|
bed [RND]
III-2-1
|
19487 |
beddenbak, ressortbak |
beddenbak:
bɛdəbak (K353p Tessenderlo),
ledikant:
lēdəkant (K353p Tessenderlo)
|
Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
19754 |
beddenlaken |
laken:
lōͅkən (K353p Tessenderlo)
|
Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
21454 |
bedelaar |
bedelaar:
er waren drie mensen die de bedelaar gezien hadden (K353p Tessenderlo)
|
Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)]
III-3-1
|
21546 |
bedelen |
bedelen:
bedelen (K353p Tessenderlo)
|
Het vragen van een moerloze zwerm om een plaats bij een naburig volk. Wanneer een zwerm moerloos blijft, is hij praktisch ten dode opgeschreven. Eén van de mogelijkheden tot overleven is een plaats te vragen bij een andere zwerm. Eeckhout (pag. 129) zegt dat haar informanten het begrip bedelen bij bijen als onbestaand beschouwen. Dit verschijnsel noemen zij roven. [N 63, 61b]
II-6
|
23197 |
bedevaart |
bedeweg:
be:wəch (K353p Tessenderlo),
beeweg (K353p Tessenderlo)
|
Bedevaart. [ZND 01 (1922)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedienen (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
iemand in een winkel bedienen (K353p Tessenderlo)
|
Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)]
III-3-1, III-3-3
|